Toelichting mutaties
Toelichting A: Mutaties eerdere P&C producten
1. Het begrotingssaldo is het tekort of het overschot in de begroting in een bepaald jaar. Bijvoorbeeld in de afgelopen jaren is er gemuteerd in de jaarschijf 2020 met als resultaat dat er tot de Voorjaarsnota 2020 een negatief begrotingssaldo van € -24,7 mln was.
Het begrotingssaldo is het overschot of het tekort op de begroting in een bepaald jaar. Deze overschotten of tekorten worden verrekend met de algemene reserve. Het meerjarig begrotingssaldo geeft aan of er op de lange termijn sprake is van een reëel en structureel begrotingsevenwicht. Het begrotingssaldo mag tijdelijk negatief staan, dit tekort op het begrotingssaldo wordt dan gedekt uit de vrije ruimte van algemene reserve. Dit kan zolang er vrije ruimte is. |
---|
Toelichting B: Ontwikkelingen binnen de Algemene dekkingsmiddelen en Organisatie
Autonome ontwikkelingen
B1 Ontwikkelingen provinciefonds: Algemene uitkering
De ontwikkeling van het accres van de algemene uitkering uit het provinciefonds is in deze kadernota op PM gezet. In het bestuurlijk overleg tussen het Rijk en de decentrale overheden is door het Rijk het voorstel gedaan om het accres inclusief volume- en loonprijs-ontwikkelingen te bevriezen voor de jaren 2020 en 2021. De wijzigingen in deze jaren ten opzichte van de huidige begrote opbrengsten zijn in dat geval minimaal. Voor de jaren 2022 en verder is de onzekerheid over de (financiele) gevolgen van de coronacrisis op het provinciefonds nog te groot.
B2 MRB ontwikkelingen wagenpark
De opbrengsten van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting (MRB) stijgen ten opzichte van de meerjarenbegroting 2020. Deze verandering wordt veroorzaakt door een sterke toename van het wagenpark in Zuid-Holland in het jaar 2019 zoals eerder aangegeven in de jaarrekening. Een stijging (of daling) van het wagenpark heeft een structureel effect op de opbrengsten (MRB).
Voor het jaar 2020 wordt de aanname gedaan dat de totale omvang van het wagenpark in Zuid-Holland gelijk blijft op het niveau van eind 2019 ( 1,6 miljoen personenauto’s en 0,1 miljoen motoren). De verwachting is wel dat de samenstelling van het wagenpark in Zuid-Holland zal veranderen en dat na 2020 het aandeel elektrische auto’s zal gaan stijgen. Vanwege de vrijstelling op de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s daalt de verwachte opbrengst van de opcenten van € 341,5 mln in 2020 met € 2 mln per jaar tot € 335,5 mln in 2023. Met deze verwachte opbrengst wordt min of meer hetzelfde patroon gevolgd als in de jaren 2009 – 2013. In deze periode was er ook sprake van een economische crisis en een vrijstellingsregime voor schone auto’s, wat een daling van de opbrengsten MRB tot gevolg had.
De Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) heeft op 1 mei jl. een advies gegeven dat de basis moet vormen voor een gesprek tussen Rijk en het interprovinciaal Overleg (IPO) om te komen tot een overeenstemming over de derving van de opcenten door de vrijstelling van elektrische auto’s. Uitgangspunt voor de Raad is dat zonder nadrukkelijke politiek-bestuurlijke weging het in de rede ligt dat het Rijk de provincies compenseert voor de gederfde inkomsten. In het advies wordt ook aangegeven dat artikel 2 Fvw niet inhoudt dat het Rijk automatisch gehouden is de gederfde inkomsten te vergoeden. Of het Rijk de provincies moet compenseren, en op welke manier (directe compensatie, gedeeltelijk, of verhoging overige opcententarieven) zal de conclusie zijn van een politiek-bestuurlijke afweging.
B3 Compensatie provincie Zeeland
Deze is onderdeel van de Kadernota 2021- 2024 en zal daar worden toegelicht.
Resterende ontwikkelingen
B4 Jaarrekening: resultaat jaarrekening, beklemmingen
Onderstaande beklemmingen vinden plaats ten laste van het resultaat van de Jaarrekening 2019.
(bedragen x € 1 mln) | ||||||
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
1 | Onderhoud molens | -0,1 | ||||
2 | Decentralisatie‐uitkering MIT uit Decembercirculaire | -3,9 | ||||
3 | PDV knelpuntenpot | -1,2 | -0,2 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
4 | Aanpak recreatieparken | 0,0 | -0,1 | |||
5 | Woondeal | -0,2 | ||||
6 | Versnelling Flexwonen | -0,1 | -0,1 | |||
7 | Verhuisbeweging Project Renovatie gebouw C | -0,4 | ||||
8 | NL Digibeter Innovatiebudget. | -0,4 | ||||
9 | Saldo gesloten systeem bereikbaarheid | -0,7 | ||||
10 | Saldo gesloten systeem groen* | -8,3 | ||||
11 | 75 jaar vrijheid | -0,3 | ||||
12 | Uitvoering projecten Altijd Actuele Digitale Vergunning (AADV) | -0,9 | ||||
13 | Decentralisatie‐uitkering Zoetwatermaatregelen | -0,3 | ||||
Totaal Beklemming | -16,38 | -0,34 | -0,40 | -0,04 | -0,04 |
* Inclusief Decentralisatie ‐ uitkering uit Decembercirculaire
B5 Kapitaallasten afschrijving, rente en investeringsproject Zon op Infra
Afschrijvingslasten
Door verschuiving van de investeringen in de tijd wijzigen ook de afschrijvingen. Dit levert over de periode 2020-2024 een incidenteel voordeel op.
Rente
De begrote rentelasten in de Kadernota 2021 veranderen ten opzichte van de begrote rentelasten in de oorspronkelijke Begroting 2020. In de 1 e Begrotingswijziging 2020 is al aangegeven dat de wijzigingen in de kapitaallasten in deze nota verwerkt zouden worden. De wijzigingen in de begrote rentelasten worden voornamelijk veroorzaakt door 3 ontwikkelingen. Allereerst door de verschuivingen van investeringen en veranderingen van de reservepositie door de resultaten van het afgelopen jaar en de wijzigingen in de meerjarenbegroting. Daarnaast is in deze nota de extra impuls van € 160 mln verwerkt uit het coalitieakkoord. Als laatste is in de afgelopen periode voor € 230 mln aan langlopende leningen aangetrokken tegen een laag rentepercentage wat een positief structureel effect heeft op de rentelasten. Door deze ontwikkeling ontstaat in de jaren 2020 en 2021 een positief renteresultaat en in de jaren daarna een negatief renteresultaat t.o.v. de oorspronkelijke Begroting 2020.
Voor het investeringsproject Zon op Infra uit het Kaderbesluit Bereikbaarheid 2021 wordt de reserve Bereikbaarheid als dekking ingezet ter dekking van kapitaallasten. Omdat het actualiseren van de kapitaallasten onderdeel is van de voorjaarsnota wordt deze mutatie, ook al is deze in 2021, nu meegenomen.
B6 Reserves: Onbeklemd deel Reserve Toekomstagenda
Vrijval van het onbeklemde deel van de reserve Toekomstagenda.
B7 Asbest sanering C gebouw
Het onderzoeksrapport naar de, op basis van ouderdom van het gebouw te verwachten, aanwezigheid van asbest is recent aangeboden. De asbestbronnen zijn gelokaliseerd op basis bureau-onderzoek, visueel (destructief) onderzoek en hierop volgende proefsloop en -sanering van een aantal specifieke zones. Deze bronnen zijn allen gelokaliseerd en geïnventariseerd. In de planning van de renovatie en verduurzaming was hierin voorzien. In de nu startende, volgende fase zal het asbest gesaneerd, respectievelijk veiliggesteld worden. Na deze fase van asbestverwijdering zal de daadwerkelijke renovatie en verduurzaming van het pand starten. De totale kosten hiervan bedragen € 4,4 mln.
Toelichting C: Ontwikkelingen binnen de Ambities
C1 Stikstof
Voor de aanpak van het stikstofdossier stellen wij voor om voor 2020 € 2,8 mln ter beschikbaar te stellen als procesmiddelen. Daarvoor wordt de provinciale aanpak stikstof in 2020 opgepakt. Inzet daarbij zijn onder meer: doelanalyse op 13 stikstof gevoelige N 2000 gebieden, afspraken maken met partijen over bronmaatregelen die bijdragen aan vermindering van de stikstofdepositie, afspraken maken en uitvoeren in de gebiedsgerichte processen en uitvoering en monitoring van de afspraken in het stikstofdossier met het Rijk. Voor de jaren hierna moet nog worden bepaald hoeveel procesmiddelen nodig zijn op het Stikstofdossier.
C2 Wijziging kasritme "Nationaal Programma Rotterdam Zuid" (NPRZ)
De subsidieregeling Spreiding Sociale woningbouw regio Rotterdam Zuid (NPRZ) is afgelopen februari door PS vastgesteld en trad per 1 mei jl. in werking. De inwerkingtreding was later dan gepland en begroot. Dit heeft geleid tot een kasritmewijziging van de subsidieregeling.
C3 Coronamaatregel Fieldlabs budget ad € 1,1 mln naar voren halen
De provincie Zuid-Holland heeft de afgelopen paar jaar meerdere Fieldlabs helpen ontwikkelen. Aan de Fieldlabs zijn veelal jonge, startende bedrijven verbonden, die in de coronacrisis mogelijk moeten vrezen voor hun voortbestaan. Deze groep bedrijven komt veelal niet in aanmerking voor de corona hulpprogramma’s die het Rijk heeft opgezet. De provincie vindt het wegens het sterk innovatieve karakter van groot belang om deze groep bedrijven, daar waar er voldoende potentie aanwezig is, op korte termijn te helpen en ondersteuning te bieden. Opdat de kans op voortbestaan toeneemt. Daartoe wordt het budget ad € 1,1 mln voorzien voor 2021 naar het jaar 2020 verplaatst.
C4 Vrijvallen bijdrage aan DMCR voor ICT-investering
In 2019 is besloten tot een extra bijdrage van € 0,7 mln aan DCMR in 2020 voor ICT-investeringen voor het verder professionaliseren van de informatievoorziening. Omdat DCMR over het jaar 2019 een positief resultaat heeft gerealiseerd, heeft het DB op 13 februari 2020 besloten het resultaat van € 1,4 mln te doteren aan de bestemmingsreserve Modernisering bedrijfsvoering, zodat de projecten zoals vastgesteld in het AB van juli 2019 vanuit de reserve kunnen worden gefinancierd. Als gevolg hiervan kan de bijdrage van de provincie voor 2020 vervallen.