Onderstaande tekst is opgenomen in de Begroting 2019 als onderdeel van Versnellen, voorspellen en vertellen;
Als onderdeel van het vergroten van het inzicht in de reserves is de reserve Afschrijvingslasten nader geanalyseerd. Naar aanleiding van deze analyse wordt voorgesteld de reserve Egalisatie afschrijvingslasten op te heffen.
Toelichting
Bij de wijziging van de nota Investeren, Waarderen en Afschrijven (IWA) in 2014 is de provinciale afschrijvingssystematiek gewijzigd van het activeren en afschrijven van de in enig jaar geïnvesteerde bedragen naar het activeren en afschrijven van een project na gereedmelding. Door deze wijziging schoof een aanzienlijk bedrag aan te activeren / af te schrijven projecten door naar latere jaren met als gevolg dat het bijhorend bedrag aan afschrijvingslasten in de periode tot aan het nieuwe moment van activeren en afschrijven, kon vrijvallen. Het vrijgevallen bedrag wordt gereserveerd (reserve Egalisatie afschrijvingslasten) en wordt ingezet als dekking van de afschrijvingslasten die aan de achterkant ontstaan omdat het project op een later moment wordt geactiveerd. Ook als een investeringsproject op een ander moment dan gepland wordt opgeleverd worden de afschrijvingslasten (die dan op een ander moment dan begroot optreden) met deze egalisatiereserve verrekend. Als voorbeeld, als een weg een jaar later wordt aangelegd worden de bespaarde afschrijvingslasten in het 1e jaar in de reserve gestopt en als dekking gebruikt voor het jaar extra afschrijvingslasten na 30 jaar.
In de praktijk blijkt dat projecten doorgaans later dan gepland worden opgeleverd. Het gevolg is dat er nu sprake is van een reserve die in omvang toeneemt (stand Kadernota 2019 € 71,8 mln) zonder dat direct sprake is van een noodzakelijke inzet vanuit die reserve. Bij Kadernota 2017-2020 is daarom € 77,1 mln uit deze reserve ingezet ter dekking/matiging van het nadelig begrotingssaldo in de jaren 2024-2030. Na 2014 is het zicht op het langere termijn financieel perspectief verbeterd. Zo is de planningstermijn uitgebreid van 4 jaren naar 30 jaren. De vervangingsinvesteringen (en de afschrijvingslasten daarvan) maken deel uit van dit financieel perspectief. Het gevolg hiervan is dat afschrijvingslasten als een vaste kostenpost in de begroting staan, ook op de langere termijn. Het is daardoor niet meer nodig dat vrijgevallen afschrijvingslasten worden gereserveerd om lasten aan de achterkant op te vangen; de reserve kan worden opgeheven.
De opheffing van de reserve Egalisatie afschrijvingslasten betekent dat voor het bij Kadernota 2017-2020 gereserveerde deel van € 77,1 mln een nieuwe reserve gevormd moet worden (zie ook punt 2d). Daarnaast betekent het opheffen van de egalisatiereserve afschrijvingslasten dat de al bekende en nog te behalen resultaten op afschrijvingslasten worden verrekend met het begrotingssaldo / jaarresultaat. Het effect op de Begroting 2019 is verwerkt in het financieel beeld.