2.1 Ontwikkelingen voor uitwerking Begroting 2021
Coronacrisis
Ook voor Begrotingsjaar 2021 en de meerjarenraming zal de coronacrisis grote gevolgen hebben. De provincie blijft onderzoeken waar zij een bijdrage kan leveren vanuit haar rol en taak om zo tot eventuele extra maatregelen te komen. Ook bij het opstellen van de Begroting 2021 zal gekeken worden naar de effecten op onze eigen ambities. Op https://www.zuid-holland.nl/actueel/coronavirus/ is per thema aangegeven wat de provincie tot nu toe doet om de gevolgen van de coronacrisis te beperken. Dit overzicht wordt doorlopend bijgewerkt en aangevuld.
De coronacrisis heeft gevolgen voor de uitgaven maar ook voor de inkomsten, in de kadernota is een apart hoofdstuk opgenomen met betrekking tot de mogelijke gevolgen voor de inkomsten op de langere termijn. Dat Nederland in een recessie beland lijkt wel zeker, maar onduidelijk is nog hoe heftig en hoe lang. Dit zal mede afhankelijk zijn van de duur van de intelligente lockdown en de mate waarin deze versoepeld kan worden. Het CPB heeft een aantal scenario’s doorgerekend en in alle gevallen zal de economie krimpen. De Rabobank gaat in het slechtste scenario zelf uit van een economische krimp rond 14% in 2020.
De maatregelen die de provincie Zuid-Holland neemt of wil nemen aan de uitgavenkant moeten gedekt worden uit de inkomsten. Voor onze inkomsten zijn we vooral afhankelijk van het provinciefonds en de opcenten motorrijtuigenbelasting. Voor de algemene uitkering van het provinciefonds is op korte en lange termijn onzekerheid. Hierover zijn IPO en VNG in gesprek met de Rijksoverheid, bij de Begroting 2021 is hier naar verwachting meer duidelijkheid over. Voor deze Kadernota 2021 is daarom terughoudend omgegaan met de mutaties in het begrotingssaldo van de opcenten motorrijtuigenbelasting en vooralsnog geen bijstelling op het provinciefonds.
Stikstof
In 2020 zijn belangrijke stappen gezet in het stikstofdossier, maar de opgave om de instandhoudingsdoelstellingen van de Natura 2000-gebieden te halen en te zorgen voor voldoende ontwikkelingsruimte voor (economische) ontwikkelingen in Zuid-Holland blijft inzet en aandacht van de provincie vergen. Onze inzet in het stikstofdossier hebben wij in december 2019 vastgesteld. In 2020 zijn daarvoor belangrijke stappen gezet met natuurdoelanalyses, bronnenanalyses, afspraken in gebieden op basis van de gebiedsgerichte aanpak en afspraken met sectoren over een bijdrage aan de vermindering van stikstof. In 2021 geven wij een verder vervolg aan de afspraken met sectoren en de inzet in gebieden. Het is in die fase van belang om projecten die de transitie naar een klimaatbestendige, circulaire en stikstofarme economie mogelijk te maken, omdat deze transities zorgen voor vermindering van de stikstofdepositie. Regievoering in gebieden, stimuleren van het tot stand komen van efficiënte kaders voor de uitvoering als bevoegd gezag en aansturing van de inzet van Rijksmiddelen zijn daarbij de voornaamste provinciale interventies. Om de Rijksinzet op dit dossier van landelijk gezien € 5 miljard in 10 jaar tijd effectief te doen is bij VJN voorgesteld om incidenteel € 2,8 mln procesmiddelen ter beschikking te stellen. De komende 3 jaren zijn naar verwachting eveneens procesmiddelen nodig. Deze zijn nog niet gekwantificeerd opgenomen in deze kadernota. De komende jaren zal het Rijk veel middelen besteden aan natuurherstel en bronmaatregelen ter vermindering van stikstof. Daarbij zal het Rijk het gesprek voeren met provincies en andere partijen over cofinanciering. De huidige financiële mogelijkheden zijn hiertoe zeer beperkt, waardoor er, vooralsnog, in deze kadernota geen bedragen zijn opgenomen voor cofinanciering van rijksmiddelen.