Voorjaarsnota 2020
portal

Home

Kadernota 2021 - 2024

2.2 Kadernota 2021 in het kort

*De vrije ruimte algemene reserve wordt als cumulatieve saldo gepresenteerd. Dit is een saldo zonder dat er in de periode 2021 tot en met 2035 enige onttrekking of storting plaatsvindt. Voorbeeld als er een onttrekking plaatsvindt: Als er in 2021 incidenteel € 10 mln wordt onttrokken dan zal de vrije ruimte alle jaren erna € 10 mln lager zijn. In 2035 is het saldo dan dus € 10 mln lager. Als er structureel € 10 mln wordt onttrokken vanaf 2021 dan telt dit cumulatief door, in 2035 is er dan totaal € 140 mln van de algemene reserve af

  • Het begrotingssaldo zet na 2024 een structurele dalende lijn in, de daling vlakt op termijn wel af. Als ook naar de prognose wordt gekeken is op dit moment vrijwel geen structurele ruimte. Voor 2021 is er wel incidenteel ruimte. De mogelijke impact van de coronacrisis op de inkomsten en daarmee het begrotingssaldo is fors en zou tot een negatief begrotingssaldo kunnen leiden en tot noodzakelijke maatregelen om het begrotingssaldo structureel weer in evenwicht te krijgen.
  • Kapitaallasten zijn een gevolg van investeringskredieten. De investeringskredieten en daarmee de kapitaallasten die erop volgen worden door Provinciale Staten vastgesteld. De kapitaallasten zijn dus uiteindelijk hetgeen wat binnen de lasten van de begroting moet worden gedekt. De dekking van de kapitaallasten vindt sinds de Begroting 2019 voor alle ambities plaats via het begrotingssaldo na het opheffen van reserve Egalisatie afschrijvingslasten. Zie hoofdstuk 6 Opheffen van reserve Egalisatie afschrijvingslasten in Begroting 2019.
  • Investeringen zijn geen op zichzelf staand doel, maar een afgeleide van alle provinciale ambities zoals onder andere ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Het bevordert de economische ontwikkeling en leefbaarheid van Zuid-Holland en een goede ontsluiting van woon- en werkgebieden
  • De kapitaallasten zijn in 2021 verder gestegen en deze stijging zet richting 2027 fors door, daarna vlakt de groei af. De kapitaallasten worden gedekt uit het begrotingssaldo en is daarmee een belangrijke reden voor de structurele daling van het begrotingssaldo.
  • De kapitaallasten stijgen omdat er meer geleend moet worden, dit zien we terug in de netto schuldquote. De verwachte schuld stijgt richting 2027 tot € 1.598 mln (252%) en daalt daarna licht, voor 2021 is de verwachte schuldquote 173%. Een en ander is wel afhankelijk van de realisatiekracht.
  • De baten schommelen door de jaren heen, met name door de baten die direct binnen de ambities binnen komen. De algemene dekkingsmiddelen zijn relatief stabiel, maar hier zit wel een onzekerheid vanuit de coronacrisis die nu nog niet te kwantificeren is.
  • De lasten zijn op korte termijn hoog en nemen de jaren erna af, dit komt met name door de inzet van de bestemmingsreserves. Dit is goed te zien aan de daling van het saldo van de bestemmingsreserves. Onderdeel van de bestemmingsreserves zijn ook de risicoreserves, deze worden in principe niet uitgegeven en zullen in het saldo zichtbaar zijn totdat ze zijn opgeheven of ingezet.
Deze pagina is gebouwd op 08/28/2020 08:02:59 met de export van 08/28/2020 07:55:42